gemeente in N.-Brab. (arrond. ’s Hertogenbosch, kanton Eindhoven), omgeven door de gemeenten Geldrop, Lierop, Soerendonk, Leende, Valkenswaard, Aalst en Zesgehuchten, 39 km.2 groot; de bodem dezer gemeente, die door tal van rivieren (A, Sterkselsche A, Dongelreep) wordt doorsneden, bestaat voor het grootste gedeelte uit diluvisch zand; de gemeente bevat het dorp Heeze, de buurten Stabreeht, de Ven, Kreil, Ginderover, Heezerenboseh, Rul, Ouden-Molen, en het Kruis, benevens de gehuchten Kerkhof en Euvelwegen; zij telde 1 Jan. 1902: 1863 inw., voor het meerendeel r.-kath.; landbouw, veeteelt, eenige industrieën. Kiesdistrict Helmond; personeele belasting 9de klasse.
Het dorp H., of Eimerik, oudtijds Iemerik, 2 uur z.z.o. van Eindhoven, heeft ongeveer 800 inw. Het wordt in de geschiedenis herhaaldelijk genoemd; in 1506 werd het geplunderd door de Geldersehen, die in 1528 hier een nederlaag leden tegen de Brabanters; in 1543 werd het door Maarten van Rossum gebrandschat. In de eerste helft der 19de eeuw was het ’t toevluchtsoord veler ooglijders, die zich hier onder behandeling kwamen stellen van den vermaarden oogarts-predikant Kremer.