Gepubliceerd op 17-02-2021

Gynaeceum

betekenis & definitie

(lat., gr. gunaikeion) een alleenlijk in de latere grieksche letterkunde in de plaats van het klassieke gunaikonitis gebruikt woord voor het binnenste deel van het achterhuis, bestemd voor de vrouw des huizes, de dochters en verdere vrouwelijke huisgenooten. .

In de plantkunde heeten bij de Angiospermen zoo de gezamenlijke vrouwelijke geslachtsorganen in een bloem. Het G., gewoonl. stamper geheeten, bestaat uit een of meerdere gesloten holten, gevormd door de dusgenaamde vruchtbladen (carpella) en uit de met die holten in gemeenschap staande organen ter opneming van het stuifmeel en van de stuifmeelbuisjes. De vruchtbladen worden gevormd door den binnensten krans van bladachtige organen der bloem; het onderste, in den regel dikkere gedeelte van den stamper draagt den naam van vruchtbeginsel of eierstok (ovarium, germen) en bevat in zijn een- of meerhokkige holte de zaadknoppen of eitjes (ovula), het middelste, meest steelvormig versmalde en min of meer verlengde gedeelte van het vruchtblad wordt stijl (styïus) genoemd, terwijl het orgaan hetwelk bestemd is om het bevruchtende stuifmeel op te vangen en in den regel den top van het vruchtblad inneemt, den naam heeft ontvangen van stempel (stigma). Het gedeelte van het vruchtbeginsel waaraan de zaadknoppen gezeten zijn, noemt men placenta of zaadlijst, die bij de onderscheidene familiën van het plantenrijk nog groote verschillen oplevert. De stempels bezitten aan hun buitenkant pupilachtige cellen, welke een suikerhoudend vocht, de stempelvloeistof, uitscheiden; in deze vloeistof schiet het stuifmeel dat op den stempel valt, de stuifmeelbuisjes uit, welke dan door het styluskanaal (een gootvormige, met zacht celweefsel bekleede verbinding tusschen de holte van het vruchtbeginsel en de buitenlucht) het ovarium binnendringen en zoodoende de bevruchting (zie ald.) der zaadknoppen bewerkstelligen. De bouw van het G. en vooral het aantal en de stand der vruchtbladen en stempels doen gewichtige onderscheidingskenmerken voor de systematische rangschikking aan de hand.

< >