Gepubliceerd op 17-02-2021

Gwalior

betekenis & definitie

1) Vazalstaat in Centraal-Indië, 75.281 km.2 groot, ongeveer 3½ millioen inw., meest Hindoes; de hoofdproducten van het zeer vruchtbare land zijn wijn, opium en katoen; de stam der Mahratten is onder de bevolking de heerschende, verder zijn er Bundela, Dsjat en Rajputen.

2) Agentschap in Centraal-Indië, voor het grootste deel behoorend tot den vazalstaat G., doch met tal van exclaven van andere staten, telt ongeveer 1¾ millioen inw.
3) Hoofdstad van den staat G., onder 26° 15' N.B. en 78° 12' O.L. van Gr., in een vlakte, aan de spoorlijn Agra— Dsjansi, bestaat in hoofdzaak uit een zeer lange straat en is over het geheel een onzindelijke, somber uitziende plaats. In de nabijheid de vermaarde vesting G., een der sterkste van Voor-Indië, gelegen op een alleenstaanden heuvel van 110 m. hoogte. Verder bevat de stad twee Dsjaintempels en een paleis van den Man-Singh, een goed voorbeeld van de paleis-architectuur der Hindoes. G. is residentie van den vorst van G„ die o. a. den titel van maharadsja voert; hij en zijn hofhouding huizen in een hoop vervallen gebouwen bezijden de hoofdstraat. G. heeft ongeveer 100.000 inw.

< >