1) District van het oostenrijksche kroonland Görz en Gradisca, 760½ km.2 groot, in 1900: 68.335 inw., in 41 gemeenten; omvat de kantons Canale, Görz en Haidenschaft.
2) G., ital. Gorizia, hoofdstad van het oostenrijksche kroonland Görz en Gradisca, aan den linkeroever van de Isonzo, en aan de spoorlijn Nabresina—Cormons, in een vruchtbare vlakte, is zetel van een aartsbisschop (aartsdiocees Görz-Gradisca met de suffragaanbisdommen Laibach, Parenze-Pola, Triest-Capodistria, Veglia-Arbe), van den landdag van het kroonland, en van de andere bestuurslichamen, en telde in 1900: 25.432 meest r.-kath. inw. Domkerk (17de eeuw), vele paleizen van adellijke familiën; staatsgymnasium, aartsbisschoppel. theologisch centraal-seminarie, kweekschool voor onderwijzeressen, proefstation voor zijdeteelt en wijnbouw, rijkslandbouwschool, doofstommen-instituut. Industrie: groote fabrieken van de heeren von Ritter, als katoenspinnerijen en -weverijen, floretzij-spinnerijen, papierfabriek enz., behoorend tot de grootste etablissementen der monarchie, met een jaarlijkschen omzet van gemiddeld 6 mill. florijn; verder zijdespinnerijen en -weverijen, waskaarsenfabriek, fabrieken van leer, cremor tartari, ingelegde vruchten, enz. Handel in vroege groenten en vruchten met het noorden. In den laatsten tijd is G. ook een veelbezocht winter kuuroord geworden; het heeft een mild en droog klimaat (gemiddelde jaartemperatuur 13.1° C., gemiddelde wintertemperatuur 3.7° C., Sept.—Mei 9.6° C.). In 1836 vestigde zich hier de tijdens de Julirevolutie uit Frankrijk verdreven oudere tak der Bourbons; 6 Sept. 1836 stierf Karel X hier, die evenals de graaf van Chambord (overl. 1883) in het boven de stad gelegen Franciscanerklooster Castagnavizza begraven ligt.
