Giuseppe fiorelli

betekenis & definitie

Ital. archeoloog, geb. 8 Juni 1823 te Napels, verkreeg in 1845 de leiding van de uitgravmgen van Pompeji, werd echter in 1849 op grond van zijn politieke inzichten van deze functie ontheven; hij kreeg in 1860 een professuur aan de hoogeschool te Napels: in Januari 1862 werd hij tot directeur van het nationaal museum te Napels benoemd en met de leiding der uitgravingen in Beneden-Italië belast; in 1875 werd hij directeur-generaal der italiaansche musea en uitgravingen, in 1881 directeurgeneraal der oudheden en schoone kunsten; sinds 1865 was hij lid van den senaat: hij overl. 29 Jan. 1895; voornaamste werken: Notizia dei tasi dipinti, rinvenuti a Ctnui dal Conté di Siracusa (Napels 1853), Inscriptionum oscar nm apograpa, Pompeianarum antiquitatum historia (1853), Cathaloghi del Museo Nazionale di N poli, Relazione delle scoperte archeologiche fatte in Italia dal 1846 al 186(1. (1866', Gli scavi di Pompei dal 1861 al 1872 (1873), Descrizione di Pompei (1875), Documenti inediti per sern're alla storia dei musei d'Italia (Flor. 1878); verder redigeerde F. de Anali di numismatica (1846—51), Giornale degli scavi di Pompei (1853), alsmede de in de Atti della Accademia dei Lincei sinds 1876 verschenen, Notizie degli scavi di antichita.