Gepubliceerd op 23-02-2021

Georg herwegh

betekenis & definitie

duitsch dichter, geb. 31 Mei 1817 te Stuttgart, studeerde te Tubingen in de godgeleerdheid, werd te Stuttgart medewerker aan Lewald’s „Europa”, schreef, naar Zwitserland uitgeweken, zijn Gedichte eines Lebendigen (1841), staatkundige liederen vol vrijheidszin, die grooten opgang maakten. Na Parijs bezocht te hebben, deed hij als vrijheidszanger een reis door Duitschland, die een triomftocht scheen; zelfs de koning van Pruisen noodigde hem naar Berlijn ter audiëntie, maar, daar hij zulks weigerde, werd hij uit Pruisen verbannen.

Na een reis door ZuidFrankrijk en Italië ondernomen te hebben, vestigde hij zich blijvend te Parijs, waar hij met Heine, Béranger en George Sand en vooral met poolsche en russische uitgewekenen omging. Hij gaf er een 2de deel zijner Gedichte eines Lebendigen (1844) uit, die echter minder bijval vonden. In April 1848 viel H. aan het hoofd van een duitsch-fransche arbeiderscolonne Baden binnen, maar werd 27 April bij Dossenbach geslagen en vluchtte naar Zwitserland. Hij hield zich sedert te Parijs, Genève, Nizza en Zurich op, en schreef nog gelegenheidsgedichten, onder welke zijn in het italiaansch vertaalde strophen op den dag van Aspromonte het meest bekend zijn. Hij overl. 7 April 1875. Zijn gedichten onderscheiden zich door eenvoud, helderheid en kracht.

< >