Gepubliceerd op 23-02-2021

Gabriel jean joseph molitor

betekenis & definitie

(graaf) fransch maarschalk, geb. 7 Maart 1770 te Hayingen in Duitsch-Lotharingen, trad 1791 als kapitein in een fransch vrij willigersba tal jon, maakte de veldtochten 1792—96 mee en werd 1799 brigadegeneraal. In den veldtocht van 1800 voerde hij onder Moreau bevel in het Rijnleger en droeg bij tot de overwinningen bij Stockach en Möskirch; hij werd hierop met een klein leger naar Tirol gezonden, nam Bregenz en Feldkirch in, werd tot divisiegeneraal bevorderd en kreeg het bevel over de 7de militaire divisie te Grenoble.

In den oorlog van 1805 voerde hij onder Masséna de voorhoede aan en onderscheidde zich bij Vago en Caldiero; na den vrede van Pressburg werd hij gouverneur van Dalmatië, ontzette Ragusa en dwong de Russen, zich in te schepen; 1807 commandeerde hij onder Brune in Pommeren tegen de Zweden en veroverde Stralsund, waarop de keizer hem tot gouverneur-generaal van Pommeren benoemde en hem den titel van graaf verleende. 1809 voerde hij een divisie onder Masséna aan, ontzette in Neumarkt de erg in ’t nauw gebrachte Beieren en onderscheidde zich bij Aspern en Wagram; 1810 commandeerde hij in de Hanzesteden, 1811—13 in Holland, 1814 streed hij onder Maedonald, onderwierp zich vervolgens aan de Bourbons en werd inspecteur-generaal der infanterie; tijdens de Honderd dagen sloot hij zich weer bij Napoleon aan en verloor bij de tweede Restauratie zijn positie, welke hij echter 1818 weer terugkreeg. Bij de interventie in Spanje voerde hij 1823 het tweede korps aan, verdreef de spaansche troepen onder generaal Ballesteros naar Alicante en Cartagena en dwong hem tot capitulatie. M. werd daarvoor 9 Oct. 1824 tot maarschalk en pair van Frankrijk verheven; 1847 werd hij tot commandant van het Invalidenhuis te Parijs benoemd en overl. aldaar 28 Juli 1849; te Nancy werd voor hem een monument opgericht.