Gabriel auguste daubrée

betekenis & definitie

Fransch geoloog en mineraloog, geb. te Metz, 25 Juni 1814, overl. te Parijs, 28 Mei 1896, werd in 1839 docent te Straatsburg, volgde in 1861 Cordier op aan de Academie des Sciences, werd in 1872 directeur van de Ecole nationale des mines; nadat hij reeds in 1861 den leerstoel voor geologie aan het Musée d’histoire naturelle had gekregen, dien hij tot 1891 behield; in laatstgenoemd jaar kreeg hij zijn emeritaat; onder zijn ruim 300 grootere en kleinere werken zijn de voornaamste: Description géologique et niinéralogique du département du Bas-Rhin (1852), Observations sur le métamorphisme (1858), Recherches expérimentales sur le striage des roches, du aux phénomènes erratiques (1858); Substances minérales (1866), Etudes sgnthétiques de geologie expérimentale (1879), les Météorites et la Constitution du globe (1886), les Eaux souterrains» aux époques anciennes (1887), les Eaux souterrains» èi Vépoque actuelle (1887), la Génération des minéraux métalliques (1890).