Frederik james furnivall

betekenis & definitie

Engelsch philoloog en literatuur-historikus, geb. 4 Febr. te Egham in Surrey, studeerde te Cambridge in de rechten, werd in 1854 secretaris v/h. Philologisch Genootschap, richtte als zoodanig tal van societies op (Early English Text Society, 1864; Chaucer Society, 1868 ; Ballad Society, 1868; New Shakspere Society, 1873; Browning Society, 1881, Wiklif Society, 1882; Shelly Society, 1882), in opdracht waarvan hij een menigte oud-engelsche werken en manuscripten in het licht gaf: hiervan moeten vermeld : Saint Greal, the history of the Hohj Greal in Eng lig ), rerse, hy lleiiry Lonetich (1861—63), Robert of Brunnes Handlyng Synne (1862), Walter Map's Queste del Saint Graal (1864), The book of Quinte Essence (1866), Bishop Percy's Folio Manuscript of balladsand romances (1867—68), allads from manuscripts on the conditiou of Tador England, 1520—50 1868—72), Caxton’s Book of curtesye (1868), A six-text print of Chaucer s Canterbury Talen (1868—75), The succession of Shakespeare's works (inleiding voor Gervinus’ „Kommentar”, 1874).