Gepubliceerd op 29-01-2021

Forfar

betekenis & definitie

of Angus.

1) Graafschap van Midden-Schotland, aan de Noordzee, grenst ten z. aan den Tayboezem, ten w. aan Perth, ten n. aan Aberdeen en Kincardine, is 2306 □ km. groot, en telde in 1901:284,078 inw. ; het noordelijk deel is bergachtig (deelenvan het Grampiangebergte), het zuiden heuvelachtig (Sidlaw-Hills) ; het midden wordt ingenomen door de Hown of Angus, een deel van de Strathmore-vallei, een golvend goed bewaterd, doch weinig vruchtbaar landschap ; de kuststreek, circa 550 Q km. groot, wordt intensief bebouwd. De voorn. rivieren, de Noord- en Zuid-Esk, komen van de Grampians De bevolking bestaat van landbouw, veeteelt, den bergbouw op kalk, bouwsteenen en porceleinaarde, vischvangst, scheepvaart, handel en linnen-industrie. Door het Strathmore-dal loopt een spoorlijn, die vier lijnen naar de kust uitzendt. Hoofdstad is Forfar; de belangrij kste plaatsen zijn Dundee, Arbroath, Montrose, Brechin. Het graafschap zendt 3 leden naar het parlement.
2) Forfar, hoofdpl. van het graafschap F., in het Strathmore-dal in de nabijheid van een klein meer, telde in 1901: 12,882 inw. ; een provinciaal en een stedelijk raadhuis, latijnsche school ; linnen-industrie, schoenfabrikage, veehandel.