(van faveo de gunstige, weldadige), was bij de Romeinen een god der velden en wouden en een beschermer der in de bosschen weidende kudden, een met Silvanus verwant wezen, ook wel met den grieksehen veldgod Pan vereenzelvigd. Evenals Pan vond hij er genoegen in om de menschen in de bosschen te plagen en te sarren, en deze neiging dreef hem ook in de woningen der menschen, om hun in den slaap angst aan te jagen; vandaar heette hij ook Incubus (de nachtmerrie). Eene bijzondere eigenschap van hem was de gaaf der voorspelling; op de plaats zijner orakels, in boschachtige streken, ging men op de 'vacht van een geofferd schaap liggen slapen om in den droom de voorspelling door beelden en geluiden te ontvangen. Door grieksehen invloed werden er meerdere Fauni, evenals Silvani, aangenomen en met de nymphen in verbinding gebracht. De Fuunalia werden op 5 Dec. door herders en landlieden onder den blooten hemel gevierd. Men offerde bokken met wijn- en melkplengingen en hield vroolijke smulpartijen; men liet het vee vrij in de bosschen rondzwerven, en ook aan de slaven gunde men op dien dag luide vreugde op wegen en driesprongen. Als god der kudden had Faunus den bijnaam Lupercus, wolfverjager, en onder dezen naam werd te zijner eere op 15 Febr. het door Romulus en Remus ingestelde feest der Lupercalia gevierd. Op dezen dag werden hem geiten en bokken met eigenaardige zoengebruiken geofferd; twee jongelingen die daarbij stonden raakte men met het offermes het voorhoofd aan en veegde de bloedvlekken terstond weder af met in melk gedoopte wol, waarna de jongelingen in een schaterend gelach uitbarstten. Na het offer en het offermaal sneden de priesters, Luperci geheeten, zich uit het vel der offerdieren riemen en liepen van de offerplaats, door de stad terwijl zij slechts omhangen waren met een uit diezelfde huid gesneden voorschoot. Gehuwde vrouwen liepen hun alsdan tegemoet en lieten zich met de riemen slaan, in den waan, dat dit tot zegen was van haar huwelijk en dat het reiniging en verzoening aanbracht. Daarom noemde men dezen dag dies tebruatus, van februare, reinigen, verzoenen: het vel heette februum. reinigingsmiddel, en de maand van het feest Februarius.
Aan Faunus stond een vrouwelijk wezen van gelijken aard en beteekenis ter zijde, Fauna of Fatua, ook Luperca gelieeten.