grieksch elektron, een oudtijds beurtelings voor barnsteen en voor een metaalmengsel (4 deelen goud en 1 deel zilver) gebezigd woord, dat reeds bij Homerus voorkomt, zonder dat is uit te maken wat eigenlijk bedoeld wordt; Millin, Buttmannenz. houden het voor barnsteen, Nitzsch, Wachsmuth en Hoffman denken aan een metaalmengsel. De beslissing is niet gemakkelijk, mogelijk is op de drie plaatsen, waar het bij Homerus voorkomt, nu het een dan het andere. In Od. 4, 73, waar Telemachus de schatten van het huis bewondert, en het in verbinding met koper, goud en zilver genoemd wordt, kan slechts van een metaalbereiding sprake zijn; daarentegen zal Od. 15, 460 en 18,296, waar van een in electrum vervat halssieraad gesproken wordt, waarschijnlijk de barnsteen en wel barnsteenen koralen bedoeld zijn, die voor een sieraad van paarlen dienen moesten. Beide gezichtspunten laten zich (volgens Hüllmann) vereenigen door aan te nemen, dat onder E. over het algemeen edelgesteenten wegens hun schitterenden glans moeten verstaan worden, daar anders bij Homerus geene edelgesteenten voorkomen. Bij Hesiodus komt het voor aan het schild van Hercules; meermalen wordt de barnsteen, vooral om zijn doorschijnenden glans, door de attische treurspeldichters vermeld: volgens Philemon werd op eenige plaatsen in Scythië E. van verschillende kleur, wit, geel en roodachtig, gevonden: Gallistratus noemt als eene bijzondere soort den goudkleurigen, die licht brandt; Pausanias maakt gewag van een standbeeld van Augustus in den tempel van den olympischen Zeus, gemaakt van barnsteen dat hij tegen electrum als metaal overstelt ; in de Aeneïs van Virgillius, bij de beschrijving van de wapenrusting van Aeneas. is het een metaal, dat benevens ijzer en goud door Hephaestus bewerkt wordt. De ouden gebruikten den barnsteen tot reukwerk in de tempels en tot vrouwensieraad, voor hals- en armbanden, vingerringen, klein vaatwerk, wapensieraden, amuletten. Het meest gewaardeerd was de donkere (hooggele of roodachtige), inzonderheid de naar de gelijkheid met den wijnkleur genoemde „Falerner,” het minst de witte en lichtgele De handel in dit voortbrengsel was het eerst in phoenicische handen; doch voornamelijk werd het langs den handelsweg over land van de Oostee over Pannonië en Boven-Italië naar de volken van het Zuiden gevoerd. De Etruskers namelijk brachten het van de monden van de Po over hunne steden Hadria en Spina naar Griekenland en het Oosten. Zoo ontstond de sage dat de barnsteen van de Eridanus (Po) afkomstig was en gevormd uit de tranen die de in populieren herschapen Heliaden over haren broeder Phaëton gestort hadden. Onder dej romeinsche keizers kwam de barnsteen in zoo grooten voorraad naar Rome, dat hij bijna zijn waarde verloor. De Germanen noemden hem glessum (glas), weshalve de Romeinen aan een door hen ontdekt voornaam barnsteeneiland, dat Austeraria of Austrania heette, den naatn Elessaria, wellicht het tegenwoordige Amelani, gaven.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk