pseudoniem van Elisabeth Bürstenbinder, duitsch romanschrijfster, geb. te Berlijn 1838, begon haar loopbaan als schrijfster met verhalen in de ,,Gartenlaube”. Van haar werken, die ook in ons land, vertaald, veel lezers vonden, noemen wij: Hermann; Am Altarc; Zerbrochene Ketten (1875); Vineta (1877); Der Egoïst (1881); Gebannen und gerettet (1882).
Zij schreef ook een blijspel: Aberglauben.
Friedrich Ludwig Zacharias Werner
duitsch tooneelschrijver, 1768—1823, werd secretaris van minister Schroetter te Berlijn (1805), verliet deze stad tengevolge van het vallen van zijn stuk: Die Söhne des Thales, verbleef te Weenen, Weimar, in Zwitserland en Italië, ging te Rome tot de katholieke kerk over (1810), bezocht het seminarie te Afschaffenburg, werd priester gewijd en had te Weenen veel succes als prediker. Hij schreef behalve gemeld tooneelstuk: Die Tempelritter auf Gypern; Die Kreuzbrüder; Martin Luther; Attila; Wanda; en na zijn overgang tot den katholieken godsdienst: Die H. Kunigunda; Die Mütter der Makkabäer.
Fritz Werner
duitsch genreschilder, geb. 1827, leerling van Menzei en Meissonier te Parijs; langen tijd prof. aan de academie te Berlijn.
