Gepubliceerd op 20-01-2021

Don juan

betekenis & definitie

Een in de nieuwere dichting veelvuldig behandelde personificatie, zooveel als de sensualistische tegenhanger van den spiritualistischen Faust; de figuur in zijn geheel vertoont nauwe verwantschap met andere dergelijke scheppingen van de verbeelding, Faust, Tannhauser, Ahasverus, Vliegende Hollander, Wilde Jager, die allen in opstand tegen de godheid ten onder gaan. De Don Juan-figuur is echter geheel van een romaansche natuur; de zinnelijke lust, het gruwzame, de voor niets terugdeinzende begeerte speelt over het geheel de hoofdrol. DonJuanisvan spaanschen oorsprong; de kroniek van Sevilla verhaalt het volgende: don Juan Tenorio, lid van een der voornaamste familiën van Sevilla, doodde in een nacht den kommandeur Ulloa, na eerst diens dochter te hebben ontvoerd; de verslagene werd begraven in het klooster der Franciscanen, in hetwelk zijn familie een kapel bezat; deze kapel met het op het graf van den kommandeur geplaatste standbeeld werden een weinig later door brand verwoest; de Franciscanen, vol ijver om een einde te maken aan de uitspattingen en misdaden van don Juan, die door zijn hooge geboorte voor den gewonen rechter ongenaakbaar was, wisten hem onder een voorwendsel in hun klooster te lokken, waar zij hem vervolgens doodden; daarop verspreidden zij het gerucht dat don Juan zijn slachtoffer op diens graf was komen beleedigen en uitdagen en dat het standbeeld daarop door een wonder levend geworden was en den moordenaar-gt afschend er gedood en meegevoerd had.

De eerste die deze legende dichterlijk bewerkte was Tirso de Molina, in het drama el Burlador de Sevilla y el Conbidado depiedra (de Verleider van Sevilla en de Steenen gast) dat vele navolgers vond, vooral in Italië en Frankrijk, tot in de 19de eeuw (Don Juan de Manara van Ed. Haraucourt. 1898) De Don Juan van lord Byron heeft met de eigenlijke Don Juan-type van het tooneel alleen den naam gemeen.

In de Molina’s drama is don Juan wegens zijn wangedrag naar Napels verbannen; hier onteert bij na een feest, vermomd in het masker van haar verloofde, de hertogin Isabella, en maakt zich voor de ontdekking uit de voeten; door een storm op de kust van Tarragona geworpen en door een visschersmeisje, Tisbea, gered, verleidt hij dit meisje, en keert in het geheim naar Sevilla terug, waar hij in den mantel van zijn vriend, den markies de la Mota, tot diens geliefde, dona Ana, doordringt; deze, het bedrog bemerkende, roept om hulp, waarop don Juan haar vader, die ter hulp toesnelt, vermoordt, en behouden ontkomt; terwijl de markies zich van den moord verdacht ziet, onteert de werkelijke dader de bruid van een landman; heimelijk te Sevilla teruggekeerd, en een bezoek brengende aan de kerk waar dona Ana’s vader begraven ligt, geraakt hij in toorn over diens grafschrift, daagt het op het graf geplaatste standbeeld uit en noodigt het hoonend bij zich ten eten; het beeld verschijnt werkelijk, don Juan volgt het vol ontzetting en blijft dood onder den handdruk van den steenen gast.

< >