Gepubliceerd op 18-03-2021

Dominicus van der schaaf

betekenis & definitie

nederl. godgeleerde en dichter, 1753—1831; predikant, vurig patriot; schreef onder meer: Dichtstuk ter verheerlijking van den Schepper in de werken der natuur (Alkm. 1819), De voortreffelijkheid en de bestemming van den mensch (ald, 1828), Verhandeling over het onderling verband waarin alle schepselen tot elkander staan (ald, 1829).

< >