Gepubliceerd op 23-02-2021

David hume

betekenis & definitie

engelsch philosoof en geschiedschrijver, geb. 26 April 1711 te Edinburg, aldaar overl. 25 Aug. 1776, studeerde aanvankelijk in de rechten, werd daarna koopman te Bristol, begaf zich in 1734 naar Frankrijk om zich daar geheel onafhankelijk aan de wetenschappen te wijden en bracht eenige jaren te Reims door en in het Jezuïeten-college La Flèche. Naar huis teruggekeerd werd hij in 1745 begeleider van den jongen markies van Annandale en vervolgens secretaris van den generaal Saint Clair op diens expeditie aan de fransche kust en de gezantschapsreis naar Weenen en Turijn.

In 1749 keerde hij naar Schotland terug en werd in 1752 belast met het opzicht over de advokatenbibliotheek te Edinburg. Hij vergezelde in 1763 den graaf van Hertford als gezantschapssecretaris naar Parijs, was 1767 —68 onderstaatssecretaris en trok zich vervolgens weder te Edinburg terug, waar hij verder tot zijn dood verbleef.H.’s eerste werk, de psychologisch-critische verhandeling A treatise on hmnan nature (Lond. 1739—40, 3 dln.), maakte volslagen fiasco; zijn roem als schrijver werd eerst gevestigd met de Essays, moral and political (Edinb. 1741; nieuwe vermeerderde druk., Lond. 1748). Later werkte hij het eerste deel van zijn eersteling om en liet het onder den titel: Philosophical essays eoncerning human understandig (Lond. 1748; 2de vermeerderde druk 1751), in 1758 als An enquiry eoncerning human understanding verschijnen. Voorts publiceerde hij: An enquiry eoncerning the prineiples of mora.ls (Londen 1751), Political discourses (2 dln. ald. 1752) en Natural history of religion (ald. 1755). Hij schreef 1754—56 de geschiedenis van Engeland sedert de troonsbestijging van het huis Stuart, 1759 die van het huis Tudor, en 1761 de geschiedenis der vroegere tijdperken. Het geheele, door helderheid van taal en opvatting uitmuntende, werk verscheen daarna als History of England from the invasion of Julius Caesar to the revolution of 1688 (6 dln. Lond. 1763, vervolgens in tal van uitgaven en met de vervolgen van Smollet en Hughes). Na zijn dood verschenen zijn autobiographie (in het engelsch uitgeg. door Adam Smith, Lond. 1777, latijn 1787), de Dialogv.es eoncerning natural religion (ald. 1779) en de essay On suïcide and immortality of soul (Lond. 1873). Zijn verzamelde werken verschenen te Edinburg (1826) en te Londen (1856). De beste uitgave zijner philosophische geschriften is die van Green en Grose (4 dln. Lond. 1875).

De theoretische philosophie van H. is de volmaaktste uitdrukking van de door Baco en Locke ingeslagen empiristische richting; hij zoekt te bewijzen dat alle voorstellingen van den menschelijken geest slechts verbindingen zijn der oorspronkelijke „impressies”, der waarnemingen van de uitwendige en inwendige zintuigen. Van een werkelijkheid der waarnemingen en der begrippen buiten ons erkennend bewustzijn kan bij hem geen sprake zijn. Daar H. de waarde van iedere, de grenzen der waarneming overschrijdende, metaphysica ontkent, heeft men hem doorgaans als scepticus gekarakteriseerd; maar dit geschiedde nog meer op grond dat hij op godsdienstig philosophisch gebied slechts het psychologisch gezichtspunt liet gelden, den godsdienst uit de inwendige behoefte en het voorstellingsmechanisme der menschen afleidde en de aldus behandelde leerstelsels van alle godsdiensten aan een meedoogenlooze critiek van hun moreele gevolgen onderwierp. Vooral door toedoen van Kant en de duitsche wijsbegeerte is H. in de 19de eeuw ook in Engeland zelf meer algemeen gewaardeerd; vóór dien tijd was hij niet zoozeer in eere.

Literatuur: F. H. Jacobi, David Hume über den Glauben, oder Idealisnms und Bealismus (Breslau 1787), Burton, Life and correspondente of Hume (2 dln., Edinburg 1846 en 1850), Jodl, Leben und Philosophie David Humes (Halle 1872), Pfleiderer, Empirismus und Skepsis in David Humes Philosophie (BerL 1874), G. Gizycki, Die Ethik David Humes in ihrer geschichtlichen Stellung (ald. 1878), Meinong, Hume-Studien (2 dln., Weenen 1877—82), Compayré, La philosophie de D. Hume (Parijs 1873), Masaryk, Humes Skepsis und Wahrscheinlichkeitsrechnung (Weenen 1884). Door Hill werden uitgegeven: Letters of David Hume to William Strahal (Londen 1888).

< >