L, Doornappel. Plantengeslacht van de familie der Solanaceeën, met 12 soorten, kruiden of struiken, inheemseh in de gematigde en warme streken, planten met g esteelde bladen en alleenstaande bloemen; de vrucht is een groote veelzadige doosvrucht; alle soorten zijnvergiftig doordat hun deelen, vooral echter de bladen en zaden, een sterk vergiftig, in kleurlooze prisma’s kristalliserend alkaloïd, daturme geheeten, bevatten, dat blijkens nieuwste onderzoekingen met atropine identisch is. Een der vergiftigste en tevens voor de geneeskunde belangrijkste soorten is de ook in Nederland voorkomende soort D. stramonium, de doorn- of dolappel (stengel gesteeld, eirond, ongelijkbochtig getand, vetglanzig, bloemen alleenstaand, gaffel- en eindstandig; bloemkroon groot, wit van kleur, zaden niervormig, zwart, eenjarige plant, van r/io tot 1 meter hoog, bloeitijd Juli, Aug.; veelvuldig op mesthoopen, kerkhoven, braakliggend bouwland); de bij vergiftiging met den doornappel optredende verschijnselen, die dikwijls met den dood eindigen, komen geheel overeen met die van belladonnavergiftiging; de bladen (Folia Stramonii) zijn offieineel, vroeger ook de zaden (Semina Stramonii); als tegengif bij doomappelvergiftiging kunnen nevens braak- en afvoermiddelen (liefst Ricinusolie), vette oliën, melk, azijn, citroen- en wijnzuur dienen. Eenige exotische D.-soorten munten uit door prachtige bloemen, vooral D arborea en D. suaveolem.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk