(Dahalakj. Eilandengroep behoorende tot de ital. kolonie Erythrea, tegenover Massaoea, tusschen 15° 25'—16° 16' N.B. ; het hoofdeiland, Groot-Dahlak, is 52 km. lang en 20 breed, twee andere, Nohra en Nokra, zijn merkelijk kleiner; de overige zijn niet meer dan klippen; de bevolking, t500 zielen sterk, afstammelingen van christelijke landverhuizers naar Abyssinië, later tot den Islam overgegaan, woont in een tiental dorpen. De 10—13 meter hooge, gebroken wit uitziende kalkrotsen die deze groep vormen hebben een spaarzame vegetatie, die intusschen groote kudden geiten, kameelen en ezels voedsel biedt ; aan de kust worden vele schildpadden gevangen en wordt ook naar paarlen gevischt, die in het hoofddorp Domolla, aan de oostzijde van GrootDahlak, worden verhandeld.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
