Gepubliceerd op 20-01-2021

Critias

betekenis & definitie

1) zoon van Dropides, bloedverwant van Solon, door zijn zoon Callaeschrus grootvader van den jongen Critias, en door de dochter van zijn zoon Glauco, overgrootvader van den wijsgeer Plato.

2) De jongere, leerling van Gorgias van Leontium, en van Soerates, eerst een aanhanger der democratie; hij wist in 411 v. C. bij het onderzoek naar

den aan Phryniehus gepleegden moord door te drijven, dat vooraf diens gedrag onderzocht werd, waarna dientengevolge de moord voor een gewettigden erkend werd. Na in den loop der volgende jaren naar Thracië verbannen geweest te zijn, vinden wij hem na den val der democratie in Athene terug onder de 30 tyrannen (404). Een in deze betrekking met Theramenes gesloten verbond werd spoedig weder verbroken en Critias nam nu de eerste plaats onder de 30 in, doch maakte zich door zijne teugellooze gestrengheid bij het volk uitermate gehaat en verloor in 403 in den strijd tegen Thrasybulus het leven. Critias behoorde ten gevolge van zijn geheele opleiding tot de beschaafdste mannen van Athene. Hij muntte uit als dichter en redenaar; van zijne elegiën zijn slechts eenige fragmenten overgebleven, van zijne redevoeringen bestaat niets meer. Plato achtte hem zeer, zoo als blijkt uit de menigvuldige vermelding van Critias in zijne werken.

< >