1) District der portugeesche prov. Beira, 3883 km 2, 390,000 inw., is verdeeld in 17 eoncelhos of kantons.
2) Hoofdstad der portug. prov. Beira en van het district Coimbra, deels op een steile rots, deels in de vlakte aan den noordoever der bevaarbare Mondego, waarover een schoone steenen brug is gebouwd, aan de spoorlijn Lissabon—Oporte, schilderachtig gelegen tusschen oranje- en wijngaarden; 17,000 inw. de stad bestaat uit een hoekige, slecht geplaveide bovenstad en een onderstad, beiden door de Minervatrap en twee op het Universiteitsplateau eindigende chaussees verbonden; C. is zetel van een bisschop, heeft een drukbezochte kunst-academie, een kathedraal, een seminarie voor geestelijken, aan de rivier het Sta. Claraklooster; linnenweverijen, fayence, leer, confituren, handel in vruchten; de bewoners bestaan in hoofdzaak van de universiteit, de eenige in Portugal, in 1290 te Lissabon gesticht, sinds 1308, behalve van 1338 tot 1537, te C. gevestigd; zij heeft sinds 1816 een theol., rechtsgeleerde, medische en philos.-mathematische faculteit, en beschikt over een sterrenwacht, een chemisch laboratorium, een bibliotheek, een museum met anatomische en andere verzalingen, een plantentuin, een der beste der wereld, enz.
C. het Conimbrica der Romeinen, werd in 1064 door Fernando den Groote en Rodrigo de Bevar aan de Mooren ontrukt en was van 1139 tot 1383 de residentie der portugeesche koningen. In de nabijheid van C. werd in 1810 een afdeeling van het fransche leger onder Masséma door de Engelschen gevangen genomen; op 7 Juli 1846 brak hier een miguelistische opstand uit, gevolgd door den intocht van den hertog van Saldanha (4 Jan. 1847), na diens overwinning bij Torres-Vedras.