Coenraad droste

betekenis & definitie

Nederl. officier en dichter, geb. omstreeks 1642, studeerde te Leiden, trad vervolgens in den krijgsdienst, vocht ter land en ter zee, nam in 1676 ontslag, en overï. omstreeks 1733 te Den Haag; hij leverde een berijmde vertaling van Homerus, en schreef: De Haagsche Schomvburg (2 dln. 1714), Het leven van David (MIS), Harderskout (1717), Overblijfselen van geheugenis van levensgevallen van C. Droste in veld- en zeeslagen (1723,1728).