1) Arrondissement van het fransche dept. Saône-et-Loire, 1734½ [] km.; het omvat de 11 kantons Buxy, Chagny, C.-Nord (10 gem., 29.480 inw.), C.-Sud (12 gem., 10.980 inw.), Givry, Montceau-les-Mines, Mont-Saint-Vincent, Saint-Germain-du-Plain, Saint-Martin-en-Bresse, Sennecy-le-Grand, en Verdun-sur-le-Doubs, tezamen met 155 gem. en 162.300 inw.
2) Hoofdpl. van het arrond. en den kantons C., 52 km. van Mâcon, aan de monding van het kanaal du Centre in de Saône, industrie, handel in wijn, hout, ijzer, leer. 26,300 inwoners. C., het Cabillonum der Eduërs, was ten tijde der romeinsche keizers een aanzienlijke handelsstad ; in de 4de eeuw werd hier een bisdom gesticht, dat door het concordaat werd opgeheven. Van de Bourgondiërs kwam C. aan de Franken; de stad was residentie van den Merovinger Guntram (overl. 592) : in de 10de eeuw vormde G. met zijn omgeving Let bourgondische leengraafschap Chalonnais, dat in 1097 tussclien den bisschop van C. en den graaf van Doucy werd verdeeld, in 1237 aan het hertogdom Bourgondië en in 1477 aan de fransclie kroon kwam. In 1562 werd C. door de Hugenoten veroverd.