Departement van Frankrijk, in het noordwesten, een deel van het voormalig Normandië, grenst ten n. aan het kanaal La Manche, ten o. aan het dept. Eure, ten z. aan Orne, ten w. aan Manche, 5590;!/4 km.2, 6 kantons (Caen, Pont-l’Evêque, Lisieux, Falaise.
Vire en Bayeux), 38 kantons, 763 gemeenten; 417,150 inw.; hoofdstad is Caen; bisdom te. Bayeux, ressorteerende onder het aartsbisdom Rouaan; academie en hof van appèl te Caen. C. is over het geheel een vlak land, met in het zuiden heuvelen van tusschen 3 en 400 meter hoogte; de 120 km. lange kust valt ten deele steil (ruim 100 meter) in zee af, en is ten deele met zandige duinen bezet; langs de geheele kust vele klippen en riffen; tusschen de monden van de Orne en de Vire een 26 kin. lange en 4 km. breede rotsbank, Calvados (verbastering van Salvador) geheeten, naar een hier vergaan gelijknamig schip der Onoverwinnelijke vloot; deze bank steekt bij ebgetij hier en daar 1 meter boven het water uit en is voor de scheepvaart zeer gevaarlijk; de bodem van het dept. C. is, vooral in de weinig diepe dalen zeer vruchtbaar,wordt besproeid door de kustriviertjes Touques, Dives, Orne (100 km. lang), Seulles, Dróme, Aure en Vire (132 km. lang), en slechts aan de kust, waar de badplaatsen Trouville, Dives en Cabourg liggen, zandig en ongeschikt om te worden bebouwd; land en tuinbouw, veeteelt, visscherij, linnen en wol-industrie te (Falaise, Livaret, Lisieux, Vire) zijn in het algemeen de hoofdmiddelen van bestaan.
