Gepubliceerd op 20-01-2021

Calendula

betekenis & definitie

L. Goudsbloem.

Plantengeslacht van de familie der Compositen met omstreeks 20 soorten, grootèndeels in de streken der Middell. zee; omwindselblaadjes in twee kransen, dakpansgewijs over elkaar liggend, gelijk; bloembodem bijna vlak, zonder strooschubben; straalbloemen lintvormig, vrouwelijk, vruchtbaar; schijf bloemen buisvormig, mannelijk; vruchtjes ongelijk, nu eens sikkelvormig en ongevleugeld, dan eens ringvormig en gevleugeld; vruchtpluis ontbreekt; bloempjes alle geel. In Nederl. komen van dit geslacht twee soorten voor, nl. G. arvensis, de akkergoudsbloem (bloemhoofdjes klein, buitenste vruchtjes sikkelvormig, onderste bladen langwerpig, lancetvormig, eenjarige plant, tot i/4 m. hoog, bloeitijd Juni—Oct., alleen op bouwland bij Maastricht gevonden) en C. officinalis, de tuingoudsbloem (bloemhoofdjes groot, buitenste vruchtjes ringvormig, kort gesnaveld, onderste bladen langwerpig omgekeerd-eirond, bloemkroon oranje, eenjarige plant, wordt tot 1/2 meter hoog, bloeitijd Juni—Oct., sierplant, afkomstig uit ZuidEuropa) wier bladeren voorheen officineel waren, en wier bloemen nog wel worden gebezigd om saffraan te vervalschen.

< >