Gepubliceerd op 19-01-2021

Barometer

betekenis & definitie

Drukkings- of zwaartemeter. Instrument tot het meten van de drukking der dampkringslucht.

Het eerste dusdanige instrument werd in 1643 saamgesteld door een leerling van Galilei, Torricelli; deze vulde een aan het eene einde toegesmolten glazen buis, van omstreeks 80 c.m. langen inwendig 5 tot 6 m.m. middellijn, met kwikzilver, sloot toen de opening aan het andere einde der buis met den vinger, keerde haar om, dompelde haar met het open einde, de opening steeds met den vinger gesloten houdende, in een bakje gevuld met kwik, trok toen den vinger terug, en zag het kwik in de buis slechts ongeveer 40 m m. dalen Dit verschijnsel berust op de drukking van den dampkring op het bovenvlak van het kwik in het bakje, terwijl op hetzelfde niveau, binnen in de buis, de drukking werkt, der kwikkolom, waarboven een luchtledige ruimte is ontstaan; wan neer de kwikkolom in de buis niet lager daalt, blijkt het dat er evenwicht is in de inwendige en uitwendige drukking. Hieruit trekt men het besluit, dat de dampkringsdrukking, bij gelijke oppervlakte, even groot is als de drukking van een kwikkolom van 760 m.m. hoogte. Vermeerdert of vermindert de dampkringsdrukking, dan moet de kwikkolom rijzen of dalen. Uit de hoogte op welke het kwik in de buis van Torricelli in evenwicht blijft, laat zich de dampkringsdrukking op een gegeven vlak berekenen.Onder de hedendaagsche B. heeft men bak-, hevel- en wijzer-barometers; de drukking wordt gemeten door de hoogte eencr kwikkolom, besloten in een glazen buis, evenals bij de proef van Torricelli; men vervaardigt evenwel ook B. zonder kwik; zie Aneroïdebarometer; onder deze is die van Bourdon het opmerkelijkst door eenvoudigheid. Bij het saamstellen van eenB. wordt echter de voorkeur gegeven aan kwik boven elke andere vloeistof, omdat deze het dichtst is en de minste hoogte bereikt; het kwik moet zuiver en geheel vrij van oxyde zijn, daar zij anders „met een staart“ vloeit, aan het glas kleeft, en dit ondoorschijnend maakt, en ook van dichtheid verandert en dus onbetrouwbare aanwijzingen doet. De luchtledige, barometrische of Torricellische ruimte moet volkomen vrij van lucht en waterdamp zijn, daar anders deze lichamen door hunne spankracht de kwikkolom zouden nederdrukken; hiertoe is het noodig het kwik in de buis zelve te koken.

De B. van Fortin is een bak-barometer, met een zeemleeren bakje, dat men door middel van een van onder aangebracht drukschroef kan doen rijzen of dalen ; de buis is besloten in een koperen koker met twee spleten, om de kwikhoogte te kunnen opnemen; langs de spleet is een in streepen verdeelde schaal aangebracht. Voor de waarnemingen in het laboratorium, die een groote nauwkeurigheid eischen, stelde Regnault een vaste B. saam, waarbij de hoogte gemeten wordt met den cathetometer. De hevel-B. van Gay-Lussac, bestaat uit een omgebogen glazen buis met twee ongelijke armen; de van boven gesloten lange arm is met kwik gevuld ; de kleine arm vervult de plaats van bakje ; het verschil van hoogtestand in beide armen is de barometerhoogte ; dit stelsel werd door Bunten verbeterd.

Men onderscheidt bij den B. twee soorten van veranderingen: toevallige, die geen geregelden loop hebben en van de jaargetijden de windrichting en de geographische ligging afhankelijk zijn, en dagelijksche, die zich regelmatig op bepaalde uren voordoen. Het verschil tusschen de grootste en kleinste barometerhoogte neemt van den evenaar naar de polen toe. In het algemeen neemt de B. een gang, tegenovergesteld aan dien van den thermometer; als de thermometer stijgt daalt de B. en omgekeerd. De weersveranderingen gaan doorgaans met zekere wijzigingen in de dampkringsdrukking gepaard ; in ons klimaat b.v. heeft men opgemerkt dat bij mooi weder do barometer bijna altijd boven 760 in.m. B.-hoogte staat, dat er van de dagen waarop hij precies op dat punt staat evenveel mooie als regenachtige dagen zijn, en dat het kwik bij regen, sneeuw, wind of storm tot een zeker punt daalt. Volgens dit verband tusschen barometer-hoogte en toestand des hemels heeft men enkele aanwijzingen betreffende de weersgesteldheid op den barometer uitgedrukt (als : zeer mooi, bestendig, mooi, veranderlijk, regen, storm), hoewel de B. eigenlijk een instrument is om de dampkringsdrukking te meten, en slechts rijst of daalt voorzooverre die drukking toeóf afneemt, en bovendien geen enkele weersgesteldheid aan een bepaalde dampkringsdrukking onafscheidelijk is verbonden.

De wijzerbarometer van Hooke is inzonderheid ingericht op het aanwijzen van goed of slecht weer. Hij heet wijzer-B., omdat hij van een wijzerplaat is voorzien, waarover zich een lange wijzer beweegt, die door middel van een mechanisme door het kwik in beweging wordt gebracht; aan de as van den wijzer is een kleine katrol bevestigd, waarover een draad loopt, die aan het eene einde een gewicht en aan ’t andere een drijver draagt; deze laatste is iets zwaarder dan het gewicht, en wordt door het kwik van den korten arm der barometerbuis opgehouden; vermeerdert de dampkringsdrukking, dan daalt de oppervlakte van het kwik in den korten arm en de drijver, die op het kwik rust, daalt mede waardoor de katrol in beweging wordt gebracht en tevens de wijzer (van links naar rechts); de beweging geschiedt in omgekeerde orde als de dampkringsdrukking vermindert en daardoor het kwik en daarmede de drijver stijgt. De B. van den handel zijn echter zelden met de vereischte zorg behandeld.

Een ander gebruik dat men van de B. maakt is het meten van hoogten; daar de dampkringsdrukking afneemt naarmate men hooger komt, volgt hieruit, dat de het kwik in den B. zal dalen in hoe hooger luchtlagen het instrument komt. De lucht is 10466 maal minder dicht als kwik; door het dalen van b.v. 1 m.m., wordt dus aangeduid dat de luchtkolom die met de kwikkolom evenwicht maakt, 10466 maal 1 m.m. minder hoog ib geworden, of 10466 m.m. of 10 nieter 4G6 m in., en bij daling van 2 m.m. 2 maal 10 meter 466 m.m. enz. Daar echter de dichtheid der lucht afneemt naarmate men hooger komt, kan deze berekening slechts voor zeer geringe hoogten dienen. Laplace stelde een formule saam om grootere hoogten, b.v de hoogte van bergen, met den B. te meten.

< >