Havenstad in het gelijknamig graafschap van den noord-amerik. staat Maryland, 45 km. van Annapolis, aan de Patapsco, 22 km. boven haar monding in de Chesapeakebaai, in 1719 aangelegd, en in 1795 naar Lord Baltimore, die den staat Maryland grondde, benoemd; 1796 werd B. tot stad verheven en breidde zich sinds snel uit. Thans 500 000 inw. en in bevolkingssterkte, de zevende stand der unie.
Industrie, handel (tabak, graan, oesters).De gracht Jones Falls Creek deelt de stad in een oostelijke en een westelijke helft; het oudere stadsgedeelte is regelmatig en op een zeer oneffen bodem gebouwd, doch bezit vele deftige straten en schoone punten; het nieuwste gedeelte is regelmatig aangelegd en telt een aantal goed onderhouden parken. De hooldstraten der stad zijn Baltimore Street, Lexington-Howard-Entaw, en* Charles Street. De voorn, gebouwen en diverse inrichtingen zijn: het instituut van Maryland, het stadhuis, de beurs, het athenaeum met bibliotheek van het Historisch Genootschap, het postkantoor, het Peabody-instituut (een schenking van den Londenschen bankier Peabody), kerken van alle gezindten, waaronder een schoone kathedraal, en meerdere schouwburgen; de stad is rijk aan gedenkteekenen, en ontleent hieraan den bijnaam van Monumental-City; het 55 meter hooge monument ter eere van Washington op het Mount-Vernonplein is het voornaamste. Onder de wetenschapp. en weldadigheids-instellingen moeten genoemd de in 1876 geopende John Hopkins-universiteit, het John Hopkins-hospitaal, het Loyola-College, en het Saint-Mary-College.— De reusachtige dokken staan door twee 2112 en 1033 meter lange ondergrondsche, onder de straten doorloopende, tunnels in gemeenschap met het hoofdstation der spoorwegen. B. is zetel van een Nederl. consulair ambtenaar voor Maryland, West Virginia en Delaware.