Residentie der Buitenbezittingen van Neder-Indië, groot 191,1 □ geogr. mijlen, met (1899) 1.042,600 inw. (buiten de vorstenlanden van Bali): de hoofdplaats is Singaradja. Deze residentie omvat de eilanden Bali en Lombok met de daarbij behoorende kleinere eilanden; zij is voor zoover het gouvernementsgrondgebied aangaat, verdeeld in 3 afdeelingen, als:
Boeleleng met de hoofdplaats Singaradja, bevattende 11 districten: Pengastoelan, Soekasada, Pandji, Boeleleng. Djineng Dalem, Koeboe Tambahan, Bondalem, Tadjakoela, Bandjar Ambengon, Tanggoewesia, Sangsit en Sawan;
Djembrana met de hoofdplaats Negara, bevattende 3 districten: Negara, Mendojo en Djembrana;
Lombok met de hoofdplaats Ampenan, bevattende 3 onderafdeelingen:
1. West-Lombok (hoofdplaats Mataram) bestaande uit de Balische districten: Tjakra Negara Pagoetan, Pagesangan, Mataram en Pawenang en de Sassaksche districten: Ampenan en Ommelanden, Groeng, Tandjeng en Bajan;
2. Midden-Lombok (hoofdplaats Praja), bestaande uit de Sassaksche districten Praja, Djonggat, Batoekliang en Kopang:
3. Oost-Lombok (hoofdplaats Selong), bestaande uit de Sassaksche disticten Rarang, Masbagik, Pringabaja en Sakra
Buiten het gouvernements-gebied vindt men in dit gewest de volgende zelfbestuur bezittende rijken, alle op Bali: de rijken Kloengkoeng, Bangli, Gianjar, Badoeng en Tabanan.
