(bij de bewoners Rakhaing) De noordelijkste divisie van het indo-britsche hoofdcommissariaat Birma, Achter-Indië; het strekt zich uit langs de noordoostkust van de Golf van Bengalen, van 18° tot 21° 38' N.B. en van 92° 10' tot 94° 50' O.L. van Greenwich; oppervlakte 37600 km2., 670.000 inw., waaronder 50.000 Nat of duivelvereerders, woeste bergstammen, ongenaakbaar voor eiken beschavenden invloed. De Golf van Bengalen is ter hoogte van de kust van Arakan rijk aan eilandjes, klippen, banken en riffen, die tezamen den Arakanarchipel vormen.
Arakan vormde voorheen een onafhankelijk rijk, met een eigen taal en literatuur, dat gedurig ten doel stond aan de veroveringszucht der Mongolen en ten slotte door de Birmanen in 1782 werd ten onder gebracht, nadat het zichzelf door eindelooze binnenlandsche oorlogen had uitgeput. De Birmanen zochten hun gezag door gruwzame wreedheden en wreede onderdrukking te handhaven, waarop duizenden het land verlieten en bescherming zochten in het Engelsch gebied, waarop Engeland ten slotte tusschenbeide kwam, hetgeen tot een oorlog leidde die Arakan in 1826 overeenkomstig den vrede van Jandabu (24 Febr. 1826) onder Engelsche bescherming bracht. De hoofdstad is Akyab. Arakan is verdeeld in de districten Akyab, Nord-Arakan, Kjaukhpju en Sandoway.De vroegere hoofdstad, Arakan of Mro-haung en Dhagnawadi, ten noordoosten van Akyab, is rondom van heuvelen omgeven, die allen met tempels en pagoden zijn gekroond; zij zou vroeger meer dan 100.000 inw. hebbeji geteld; zij is thans geheel vervallen en heeft nog slechts 4000 inw.
