Art. Vischgeslacht van de Familie der Cyprinodontoidei; groote schubben bedekken tot zelfs de borstvinnen; het maaksel van het naar boven uitpuilende oog wijkt geheel af van het gewone systeem bij den typus der ruggemergdieren; het hoornvlies is overdwars verdeeld in twee helften, de iris schijnt ingesnoerd, waardoor het is alsof het dier vier oogen heeft, hoewel de overige deelen van het oog enkelvoudig zijn; de lens heeft eene peervormige gedaante.
Dit bijzondere maaksel der oogen wordt verondersteld in verband te staan met de gewoonta die zij gezegd worden te hebben van met de oogen gedeeltelijk buiten het water aan de oppervlakte te zwemmen. De best bekende soort, Anableps tetropthalmus (Anablebs Gronovii Val) of Hoogkijker, bewoont de rivieren van Suriname en Guyana; zijn rug is bruinachtig zwart, de buik witgeel, langs de zijden loopen donkere strepen. De soorten van het geslacht A. zijn levendbarend.