(Gr. alogoi). Secte in de 2e eeuw.
Zij loochenden, zooals Epiphanius schrijft, de odheid van den Logos (het Woord) en van en H. Geest. Wijl de apostel Johannes zijn Evangelie schreef juist om de godheid van het Woord te bewijzen, verwierpen zij dat Evangelie en schreven het aan Cerinthus toe; ook verwierpen zij de Openbaring en soms ook de Brieven van Johannes, waarin het Woord en de H. Geest telkens als goddelijke personen optreden. De Alogen traden op in Klein-Azië, vooral in Phrygie.