(ital.) De vierde van de vijf hoofdgraden van beweging in de toonkunst, die van den vluggen, levendigen stijl. De Allegrobeweging wordt evenals de andere graden nader omschreven door verschillende toevoegsels: allegro non tanto: niet te vlug; allegro moderato: matig vlug.
Een allegro is een muziekstuk dat in den allegro- of vluggen toon moet worden uitgevoerd.