(alcohol dehydrogenatum.) De organische verbindingen der groep CH : O. De aldehyde — C2H40 of CH3-COH vormt zich als volgt:
C2H6O — H2 = C2H4O
alcohol-soort — hydrogeen = aldehyde.
Deze vloeistof werd voor de eerste maal, hoewel niet in zuiveren staat, verkregen door Döbereiner, in 1821; Liebig heeft haar in 1835 geanalyseerd. Aldehyde is een kleurlooze vluchtige vloeistof, die wordt verkregen door distillatie van alcohol met bruinsteen en zwavelzuur, is in hooge mate ontvlambaar, brandt met een blauwe vlam, heeft bij 18° C. een specifiek gewicht van 0.79, kookt bij 22°, verbindt zich in elke verhouding met water, alcohol* en ether, lost zwavel, phosphorus en iodine op, is een overgangsvorm bij de bereiding van azijnzuur.
Aldehyde is in het algemeen van alle alcoholen de overgangsvorm tot hunne overeenkomstige zuren. Elke aldehyde wordt verkregen door aan de overeenkomstige alcoholsoort 2 atomen hydrogeen te onttrekken, terwijl aan dusdanige aldehyde 2 atomen oxygeen moet worden toegevoegd om het correspondeerende zuur te verkrijgen (b.v. alcohol C2nH2w+-z02 — H2 = aldehyde C>H2,t02, en daar bijgevoegd 02 geeft het zuur C2wH2«04.
