koning van Sparta, van de dynastie der Procliden; hij besteeg den troon in 338 v. Chr.; zijn haat tegen de Macedonische onderdrukking bracht hem er toe verschillende verdragen te sluiten met Perzische satrapen tegen Alexander den Groote; hg veroverde een groot deel van den Peloponnesus, doch verloor tegen Antipater den slag die hem het leven kostte, in de nabijheid der stad Megalopolis, welke hij belegerde (330 v.
Chr.). Toen hij zwaar gewond uit den strijd werd weg- , gedragen, ontsloeg hij zijn begeleiders en beval hun, zich ter wille van het vaderland in veiligheid te brengen. Besloten om op eene wijze zijn land en naam waardig te sterven, liet hij zich opnieuw' zijn wapenrusting aandoen, en bevocht, niet bij machte overeind te staan, met eene knie op den grond liggende den voortdringenden vijand, waarvan hij verscheidenen doodde, alvorens het hun gelukte hem om te brengen. Hij werd opgevolgd door zijn broeder, Eudamidas I.