in de Noorsche fabelleer middenschepsels tusschen góden en menschen, zonen van góden en reuzinnen; zij hebben een kleine, dwergachtige menschengestalte, veel verstand, groote macht en bezitten de kennis der tooverkunst, die zij naar willekeur aanwenden tot geluk of ongeluk der menschen. Zij bewonen de metaaladeren der aarde of holle gangen van gebergten en beschouwen allen, die tot hun gebied willen doordringen als vijanden; de steek van een zonnestraal is voldoende om hen om het leven te brengen, ofschoon ze bij hun onderaardsehen arbeid groote lichaamskracht ontwikkelen in het smeden van metalen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk