Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

speech

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] toespraak(je), rede(voering)

- De premier houdt zijn langverwachte rede volgende week vrijdag.
- Rutte lanceerde geen wilde vergezichten in zijn toespraak.
- De daden staan haaks op vele prachtige redevoeringen en geschriften rond Kerstmis.

< >