Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

cancelen

betekenis & definitie

(werkwoord)

[alg.] afgelasten, annuleren, afzeggen, schrappen, afbestellen; afbreken, stoppen

- Na de uitbraak van de Eyjafjallaj?kull op IJsland werden de meeste vluchten binnen, vanaf en naar Europa geannuleerd.
- De wedstrijd werd na een halfuur afgebroken wegens noodweer.