Wat is de betekenis van cancelen?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

cancelen

(werkwoord) [alg.] afgelasten, annuleren, afzeggen, schrappen, afbestellen; afbreken, stoppen - Na de uitbraak van de Eyjafjallaj?kull op IJsland werden de meeste vluchten binnen, vanaf en naar Europa geannuleerd. - De wedstrijd werd na een halfuur afgebroken wegens noodweer.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

cancelen

cancelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ken-se-len 1. niet laten doorgaan ♢ het optreden is gecanceld Regelmatig werkwoord: ken-se-len ik cancel jij/u cancelt ...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten