Gepubliceerd op 30-11-2015

Levensverzekering

betekenis & definitie

Een levensverzekering is een verzamelnaam voor de verzekeringen die te maken hebben met het leven en/of de dood van de verzekerde, of met de verzorging van de uitvaart.

Een levensverzekering is gericht op het leven en/of na de dood van de verzekerde. Verzekeringen die uitkeren bij leven en dood van de verzekerde worden gemengde verzekeringen genoemd.

De belangrijkste redenen om een levensverzekering af te sluiten zijn:
– ontlasting en verzorging van de nabestaanden na het overlijden van de verzekerde;
– een inkomen op latere leeftijd hebben;
– de verzekering gebruiken als spaarregeling voor latere lasten en schuldaflossing.

De vijf belangrijkste soorten levensverzekeringen zijn: de overlijdensrisicoverzekering, de uitvaartverzekering, de kapitaalverzekering eigen woning, de pensioen- of lijfrenteverzekering en de losse kapitaalverzekering of beleggingsverzekering.

Bij een overlijdensrisicoverzekering worden de financiële gevolgen van het overlijden van de verzekerde beperkt voor de nabestaanden. Deze verzekering keert het bedrag in één keer uit na het overlijden van de verzekerde. Een uitvaartverzekering is bedoeld om alle kosten van een uitvaart te dekken. Een pensioen- of lijfrenteverzekering wordt gebruikt om te sparen voor een toekomstig pensioen of een eerder opgebouwd kapitaal te laten uitkeren. Met de kapitaalverzekering eigen woning wordt er gespaard en aan het einde van de looptijd een deel of de gehele hypotheek afgelost. Bij een kapitaal- of beleggingsverzekering wordt er een bepaald bedrag gespaard voor een specifiek moment. Het verschil met een overlijdensrisico- en kapitaalverzekering eigen woning is dat er bij een kapitaal- of beleggingsverzekering geen sprake is van een fiscaal voordeel.