UITSTEK - o. (-ken), uithoek, kamertje aan het achtereinde van een gebouw;
— kroonlijst; uitsprong;
— (fig.) bij uitstek, buitengemeen, uitstekend;
— (gew.) uitschot: het is uitstek. UITSTEKJE, o. (-s).
Gepubliceerd op 06-12-2018
betekenis & definitie
UITSTEK - o. (-ken), uithoek, kamertje aan het achtereinde van een gebouw;
— kroonlijst; uitsprong;
— (fig.) bij uitstek, buitengemeen, uitstekend;
— (gew.) uitschot: het is uitstek. UITSTEKJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: