Tuinmerel - v. (-s), lijster of merel;
...MES, o. (-sen), snoeimes;
...MEST, m. mest voor den tuin;
...MEUBELEN, o. mv. meubelen voor den tuin: fabriek van ijzeren tuinmeubelen; … OPZIENER m. (-s), (Ind.) opziener eener plantage ;
...PAD, o. (-en);
...PARTIJ, v. (-en);
...PRIËEL. o. (-en), met gebladerte bedekt gedeelte van een tuin;
...RANONKEL, v. (-s), gekweekte ranonkel (ranunculus asiaticus);
...SCHAAR, v. (...scharen), groote schaar voor den tuinman om mede te snoeien;
...SCHARLEI. v. Roomsche salie;
...SCHEERLING, v. hondspeterselie ; beetwortel;
...SLANG, v. (-en), zekere slang; gummi-slang om daarmede een tuin te besproeien;
...SLUIPERTJE, o. (-s), (nat. hist.), tuinkoninkje, zekere vogel;
...SPIN, v. (-nen);
...STAD, o. (...steden), stad waarvan alle huizen tuinen of tuintjes voor of rondom zich hebben, bebouwd park;
...STOEL, m. (-en), stoel van riet of ijzer gewoonlijk, voor den tuin;
...STOK, m. (-ken);
...TAFEL, v. (-s);
...VALK, m. (-en), tuinekster;
...VERMAAK, o.;
...VRUCHT, v. (-en);
...WAL, m. (-len), wal van tuinwerk;
...WERK, o. tuiniersarbeid; (Ind.) arbeid op de plantages;
—, (-en), rijswerk (aan kribben en rivieren), rijsbank, rijsberm;
...ZAAD, o. (...zaden), zaad voor tuingewassen.