Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie A
- ALARMKANON
- ALARMKLOK
- ALARMKREET
- ALARMOEFENING
- ALARMPEIL
- ALARMSCHOT
- ALARMSTANG
- ALARMTEEKEN
- ALARMVLOTTER
- Albast
- ALBASTEN
- ALBASTERFLESCH
- ALBASTGLAS
- ALBASTGROEVE
- ALBASTPAPIER
- ALBATROS
- ALBE
- ALBEDIL
- ALBEGRIP
- ALBEHEERSCHEND
- ALBEHOEDER
- ALBEKEND
- ALBESTUUR
- ALBIKOOR
- ALBINISME
- ALBINO
- ALBION
- ALBIONMETAAL
- ALBIS
- ALBOÏD
- ALBOLIET
- ALBUM
- ALBUMINATEN
- ALBUMINE
- ALBUMINEPAPIER
- ALBUMINOÏDE
- ALBUMINURIE
- ALCADE
- ALCALI
- ALCALISATIE
- ALCALISEEREN
- ALCARRAZA
- ALCHIMIE
- ALCOHOL
- ALCOHOL VERBAND
- ALCOHOLBEREIDING
- ALCOHOLHOUDEND
- ALCOHOLICA
- ALCOHOLISCH
- ALCOHOLISEEREN
- ALCOHOLISME
- ALCOHOLIST
- ALCOHOLMETER
- ALCOHOLMISBRUIK
- ALCOHOLSERUM
- ALCOHOLVERGIFTIGING
- ALDAAR
- ALDEHYDE
- ALDERMAN
- ALDOOR
- ALDOORDRINGEND
- ALDRA
- ALDUS
- ALDWAAS
- ALE
- ALEATOIR
- ALEENHEID
- ALEER
- ALEIDA
- ALEMBICUS
- ALEPPO-INKT
- ALEURONAAT
- ALEVEL
- ALEXANDRIJN
- ALEXIE
- ALF
- ALFENIDE
- ALFHEIM
- ALFOEREN
- ALFOERSCH
- ALFPAPE
- ALFRANK
- ALFT
- ALGADER
- ALGAUW
- ALGE
- ALGEBIED
- ALGEBRA
- ALGEBRAÏSCH
- ALGEBRAÏST
- ALGEEST
- ALGEHEEL
- ALGELIJK
- Algemeen
- ALGEMEENHEID
- ALGENADIG
- ALGENOEGZAAM
- ALGERIJN
- ALGERIJNSCH
- ALGEWELD
