BRANDPIJL, m. (-en), (oudt. krijgsk.) soort van vuurpijl, bestemd om brand te stichten;
...PIJP, v. (-en), pijp van eene bom, van een vuurpijl;
...PLEISTER, v. (-s), pleister voor brandwonden;
...PLEK, v. (-ken), roode plek (vlek) op de beenen of dijen, ontstaan door zich te dicht bij het vuur te warmen;
— plek, litteeken van vroegere brandwonden.