Groot woordenboek der Nederlandsche taal J.H. van Dale (1898) Gepubliceerd op 01-09-2018 Boomloos betekenis & definitie BOOMLOOS, bn. zonder boomen eene boomlooze vlakte; — bodemloos. < > Alsjeblieft Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie! Gerelateerd Betekenis van Boomloos Lukraak woord