Aftouwen (touwde af, heeft afgetouwd), (huiden of vellen) ten einde toe touwen, ze geheel bereiden en klaarmaken voor het gebruik: al de vellen zijn afgetouwd;
— (fig.) (w. g.) iem. aftouwen, hem afranselen, hem een geducht pak slaag toedienen; ook: vinnig doorhalen. AFTOUWING, v.