m. (-s),
1. opstaande balk of pilaar die tot ondersteuning dient;
2. molenas : de stander van een molen ;
3. kern van een gekuipte mast, rond welke de wangen of schalen aangebracht worden ;
4. schacht van een roer ; — as van een spil: de stander van een roer, van een spil, de standaard of koning ;
5. (zeew.) elk der opstaande touwen van een jacobsladder;
6. een op een voet staande staaf geschikt om enig voorwerp te ondersteunen of om er iets aan op te hangen : een stander voor hoeden, jassen, staande kapstok ; — een stander voor paraplu’s, een bak daarvoor, hetzij aan een kapstok verbonden of afzonderlijk staande (van brons, porselein enz.);
7. grote kuip, inz. om er vlees in te zouten.