Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Roman

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-s), [oorspr.: verhaal in verzen in het Romaans, de volkstaal van Frankrijk in de M.-E.],

1. episch gedicht uit de M.-E., waarin de avonturen van ridders worden verhaald: Frankische, Keltische, Oosterse romans;
2. een in prozastijl geschreven verdicht verhaal: een boeiende, vervelende, interessante, sentimentele roman; — een historische roman, waaraan een historisch feit ten grondslag ligt; — de psychologische roman schildert de karakterontwikkeling der hoofdpersonen; — de held van een roman, de hoofdpersoon; — men zou er een roman van kunnen dichten, het is bijzonder avontuurlijk en verwikkeld; — net een roman, zeer avontuurlijk;
3. avontuurlijk gebeuren, reeks van avonturen : zijn leven is een roman;
4. liefdesavontuur, liefdesgeschiedenis : hij wou een romannetje met mij spelen, maar hij was aan het verkeerde kantoor.