Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rhododendron

betekenis & definitie

(Gr.), m. (-s), plantengeslacht uit de fam. der Ericaceeën, meestal sierstruiken met leerachtige, gaafrandige altijdgroene bladeren en grote, fraai gekleurde bloemen ; in ’t bijz. de bij ons veel gekweekte R. ponticum met grote, veelal lichtviolette bloemschermen.

< >