Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pyrrhus

betekenis & definitie

Gr. Pur'rhos,

1. zoon van Achilles bij

Deïdami'a, later Neopto'lemos (jonge krijger) genoemd, wordt na de dood van zijn vader door Odysseus naar Troje gehaald, omdat zonder hem de stad niet kan worden ingenomen ; in de nacht der verwoesting doodt hij Pri'amus en offert Poly'xena op het graf zijns vaders ;

2. koning van Epi'rus, die van Achilles beweerde af te stammen : als een der diadochen had hij de eerzucht het rijk van Alexander de Grote weer op te richten. In 288 bezette hij Macedonië, maar verloor het weer. In 280 stond hij Tarente bij tegen de Romeinen, die hij bij Heracles in Lucanië en Aus'culum in Apulië overwon, echter niet zonder zelf grote verliezen te lijden (vgl. Pyrrhus overwinning). Maar in 275 wordt hij bij Beneven'tum verslagen, trekt naar Griekenland terug en komt in 272 om bij de bezetting van Argos.