Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Omber

betekenis & definitie

I. v. (-s, voor verschillende soorten), bruine kleurstof bereid uit een donkerbruine vette aardsoort uit Umbrië in Italië.

II. 1. o., kaartspel van Spaanse oorsprong, dat door drie personen wordt gespeeld met een spel kaarten, waaruit de achten, negens en tienen zijn verwijderd, en dus met 40 kaarten, waarvan iedere speler er negen ontvangt, welke bij drieën worden omgegeven: omber spelen ; een partijtje omber;

2. m. en v. (-s), de persoon in het omberspel tegen wie de twee andere spelers of maats spelen, en wie zij beletten moeten het vereiste getal slagen te maken.