Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Krimperig

betekenis & definitie

bn.

1, geneigd tot krimpen; krimperig zijn, krampen, pijn in de buik hebben ; — (gew.) de rogge is krimperig, gezegd wanneer de korrels rimpelig, niet goed uitgewassen zijn. KRIMPING, v. (-en), 1. samentrekking, verkorting enz. ;
2. samentrekking van de ingewanden, kramp: krimpingen in de buik.

< >